Waarom stopte de opwarming?
01/02/2019 08:19 - Geplaatst door Tom van Leeuwen
De politieke rapporten van het IPCC zijn gebaseerd op de hypothese dat CO
2 de belangrijkste regelknop is van de Aardse temperatuur. Het probleem is dat deze hypothese in het geheel niet overeenkomt met de empirische gegevens waarover de wetenschap beschikt.
Men maakt voorspellingen aan de hand van modellen die niet in staat zijn het verleden te ‘voorspellen’.
In het voorafgaande artikel
"Temperatuur versus CO2 - een overzicht" zagen we reeds dat er op vrijwel geen enkele tijdschaal een duidelijke positieve correlatie bestaat tussen CO
2-gehalte en temperatuur. Hier gaan we nader in op een periode waarin we heel duidelijk kunnen zien dat de metingen van de werkelijkheid heel iets anders laten zien dan wat er volgens de CO
2-hypothese had moeten gebeuren.
De huidige ijstijd
Geologisch gezien bevinden we ons in een ijstijd, omdat er permanent ijs aanwezig is in beide poolgebieden. De termen “glaciale periode” en “interglaciale periode” worden gebruikt om de grote schommelingen binnen deze ijstijd aan te duiden.
Op de horizontale as van deze grafiek zien we de tijdschaal in miljoenen jaren, met het heden links. Op de verticale as, de toename in de zuurstof-isotoop
18O, een proxy (indicatie) voor temperatuur. Dit zijn dus geen graden Celsius.
In onze ijstijd zijn er ongeveer 30 glaciale en interglaciale periodes geweest, afgezien van kleinere schommelingen. We zien dat de temperatuur aan het begin van ieder interglaciaal vrij abrupt stijgt, altijd tot ongeveer hetzelfde niveau. De stijging begint ook altijd rondom het allerdiepste minimum van de voorafgaande glaciale periode, het zogenaamde glaciale maximum.
Om een beter beeld te krijgen van de omstandigheden tijdens de glaciale maxima, zien we hier op de laatste drie glaciale cycli.
Hier is rood de temperatuur, blauw de CO
2-concentratie en de horizontale as loopt van links naar rechts, dus met het heden rechts.
Gedurende de gehele ijstijd liepen CO
2-concentratie en temperatuur altijd hand in hand. Ook de vochtigheid van de atmosfeer is gedurende glaciale maxima zeer laag, heel veel water ligt dan immers opgeslagen in de enorme ijskappen.
De concentraties van de twee belangrijkste broeikasgassen, waterdamp én CO2, waren dus extreem laag en daarom kon het broeikasgaseffect in werking treden. Er was enkel nog een eerste zetje nodig om de opwarming te laten beginnen.
De opwarming begint
Dat eerste zetje wordt gegeven door de Milankovich cycli. Dit zijn kleine, periodieke variaties in de baan van de aarde om de zon en de hoek van de aardas ten opzichte van haar baan. De klimaatauteur Javier geeft
hier een compleet overzicht van deze cycli. Dit artikel is zonder meer aan te raden.
Als de eerste opwarming is bereikt, komen er broeikasgassen vrij in de atmosfeer omdat warmer water minder CO
2 kan bevatten en makkelijker verdampt. Ook komt er CO
2 vrij uit de ontdooiende toendra’s. Er begint een kettingreactie. Meer warmte, meer broeikasgassen, meer warmteabsorbtie, meer warmte enz.
Dit gedeelte van de redenatie komt in grote mate overeen met de IPCC hypothese.
Laten we nu het eindpunt van de laatste opwarming, aan het begin van het Holoceen, een beetje uitvergroten en dan komen we aan bij de centrale vraag van dit artikel.
Er was sprake van opwarming, er kwamen ruim voldoende broeikasgassen vrij en de broeikasgas kettingreactie was in volle gang.
Volgens de CO
2-hypothese zou dit precies de omstandigheid zijn om een onomkeerbaar, op hol geslagen ("runaway") verwarmingsproces in werking te zetten. Een kantelpunt.
Maar dat gebeurde niet. De opwarming vlakte plotseling af en werd er duidelijk een stabiel niveau bereikt. En niet een keer of twee... aan het begin van álle 30 interglacialen gebeurde precies hetzelfde,
geheel in tegenstrijd met wat er volgens de CO2-hypothese zou moeten zijn gebeurd.
De vraag is dus:
Waarom stopte de opwarming?
Het enige “logische” antwoord dat vanuit de optiek van de CO
2-hypothese zou kunnen worden geven is dat de opwarming stopte omdat er geen CO
2 meer vrijkwam en dat dat stabiele niveau later door de mens zou worden verstoord.
Het is zeer twijfelachtig dat de oceanen en toendra’s plotseling geen CO2 meer zouden afgeven en dat dan ook nog 30 keer zouden herhalen op vrijwel hetzelfde niveau. Verder gaat deze redenering alleen maar op als je enkel CO2 in beschouwing neemt.
Maar water? Water was volop beschikbaar en het broeikaseffect van water is veel sterker dan dat van CO
2. Er is niet alleen
gemiddeld 10 keer zoveel water in de atmosfeer aanwezig als CO
2, water absorbeert ook nog eens veel meer en bredere electromagnetische frequentiebanden.
Warmte bestaat uit heel veel electromagnetische golflengtes, ieder broeikasgas is in staat slechts een gedeelte van die golflengtes te absorberen. De uitgestraalde warmte die niet wordt geabsorbeerd verdwijnt direct in de ruimte.
In de grafiek zien we op de horizontale as de golflengtes van de warmtestraling. De verticale as is het percentage van de absorbtie door de atmosfeer. De bovenste grafiek is water, de onderste grafiek CO
2. Het is duidelijk dat CO
2 slechts een heel klein gedeelte van de warmte kan absorberen, water een veel groter gedeelte.
Samen met het feit dat de concentratie van water in de atmosfeer gemiddeld 10 maal groter is dan die van CO
2, zien we eenvoudig in dat het broeikaseffect van waterdamp zo’n 50 maal groter is dan dat van CO
2.
Alleen al het feit dat het IPCC enkel CO2 beschouwt als de centrale regelknop van de Aardse temperatuur en z’n 50 maal grotere broer H2O slechts een rol toekent van positieve terugkoppeling (“positive feedback”) geeft veel te denken over de werkelijke intenties van deze organisatie, en over de intenties van de duizenden “wetenschappers” die kritiekloos hun conclusies overnemen, zonder aan de bel te trekken.
Maar, wat is er dan wél aan de hand?
Waarom stopte de opwarming?
Het antwoord is “verzadiging”. De kracht die de opwarming van de Aarde tot gevolg had neemt af naarmate de concentratie broeikasgassen stijgt en wordt uiteindelijk geheel overschaduwd door andere effecten die van invloed zijn op het klimaat, zoals de zonneactiviteit. Op dat punt heeft het toevoegen van meer broeikasgas geen meetbaar effect meer op de temperatuur en is het effect dus verzadigd.
Tot nu toe zijn we tot deze conclusie gekomen door het analyseren van haar effect op de temperatuur. Laten we het nu eens bekijken vanuit een ander perspectief, namelijk de totale absorbtie van de Aardse atmosfeer. Welke frequentiebanden worden in welke mate geabsorbeerd?
In deze grafiek zien we op de horizontale as weer de golflengtes van de warmtestraling en op de verticale as, het percentage van absorbtie van deze golflengtes door de Aardse atmosfeer.
Om het vergelijken wat eenvoudiger te maken, hieronder de grafieken van de totale atmosfeer en CO
2 samen in een plaatje.
Hier zien we vrij duidelijk dat vrijwel álle warmte die gevormd wordt door de golflengtes die CO
2 kán absorberen, bij de huidige niveau’s reeds wordt geabsorbeerd.
De conclusie die we op empirische gronden hadden verkregen, dat het CO
2 broeikasgaseffect al vrijwel verzadigd is, blijkt dus juist.
Dit feit is overigens al heel lang bekend. Reeds in juli 1971 schreven twee wetenschappers van de NASA (J. I. Rasool en S. H. Schneider) in een artikel in
Science (Vol 173) (pdf) het volgende (tweede pagina, tweede kolom):
“
However, if more CO2 is added to the atmosphere, the rate of temperature increase is proportionally less and less and the increase eventually levels off. Even for an increase by factor of 10, the temperature increase does not exceed 2.5°K. Therefore the runaway greenhouse effect does not occur because the 15 micrometer CO2 band, witch is the main source of absorption “saturates” and the addition of more CO2 does not substantially increase the infrared opacity of the atmosphere.”
J. I. Rasool en S. H. Schneider, NASA
Het toevoegen van meer CO
2 aan de atmosfeer heeft geen meetbare invloed meer op de Aardse temperatuur.
We hoeven ons dus in het geheel geen zorgen te maken over CO
2 uitstoot.
Ter afsluiting
Vroeg of laat zullen de Milankovich cycli zich tegen ons keren en het einde van het Holoceen inluiden. De temperaturen zullen beginnen te dalen.
Als wij als mensheid voldoende CO2 in de atmosfeer terugbrengen zou het heel goed mogelijk kunnen zijn dat het CO
2 broeikaseffect ondanks de afkoeling verzadigd blijft. Dat zou het verwoestende effect van de volgende glaciale periode flink verzachten.
Bedenk dat álle koolstof die nu in diverse chemische verbindingen als fossiele brandstof onderaards ligt opgeslagen, eens in de vorm van CO2 deel uitmaakte van de Aardse biosfeer, en dat was een volkomen natuurlijke en stabiele situatie.
Het blijven gebruiken van fossiele brandstoffen heeft dus de volgende voordelen:
- Een goedkope, betrouwbare energiebron die onze internationale concurrentiepositie niet in gevaar brengt en ons verzekert van altijd beschikbare warmte en stroom voor de gehele bevolking
- Een groenere aarde, betere oogsten. CO2 is plantenvoedsel
- Een preventieve bescherming tegen de effecten van de komende glaciale periode.
Tom van Leeuwen, januari 2019